Headerfoto
65 procent 75 procent 85 procent 100 procent 110 procent 130 procent 150 procent 170 procent
Kies uw favoriete tekstgrootte
Toezicht houden
— 18 april 2009 —

Mama zuchtte diep. Had die Klaas alweer zijn hele toelage van de maand in een paar dagen uitgegeven. Zij had samen met haar man hem toch geleerd goed met zijn geld om te gaan. Jaren hadden ze eraan besteed. Eerst met zijn zakgeld en daarna met zijn maandelijkse toelage.
Hij moest tenslotte een beetje armslag hebben als student. Bovendien wist hij heel goed dat het geld hen ook niet op de rug groeide – ze moesten er hard voor werken. Ze zuchtte nog een keer. Wat moest ze nu? Klaas was nu negentien en hoe hard ze het ook probeerden, hij leek maar niet te begrijpen dat hij zelf op een verantwoorde manier met zijn geld moest omgaan.
Alles hadden ze al geprobeerd. Een paar jaar geleden hadden ze het er zelfs over gehad hem meer zakgeld geven met de opdracht dat hij het extra op zijn spaarrekening moest zetten. Hij had donders goed begrepen dat hij dan rente zou krijgen. Maar hij was geen enkele keer naar de bank gegaan om het geld op de rekening te zetten die ze voor hem hadden geopend. Ze hadden dat van dat extra geld nooit teruggedraaid.
Het was natuurlijk ook haar eigen schuld, want twee maanden geleden had ze hem op zijn verzoek de toelage voor twee maanden tegelijk gegeven. Toegeven: hij had er eerlijk bijgezegd dat hij een nieuw onderdeel voor zijn computer nodig had en had verder niet gezeurd. Ze had hem zelf halverwege de tweede maand iets extra’s toegestopt en hem gezegd dat hij dat maar niet tegen zijn vader moest zeggen.
Vorige week was het echt uit de hand gelopen. Klaas had hen vereerd met één van zeldzame bezoekjes, maar was tijdens het eten niet aanspreekbaar geweest. Hij zei boe noch bah en wilde niet vertellen wat er was. Pas na lang aandringen van zijn vader kwam hij over de brug. Hij had geld beloofd aan een vriend, zodat ze samen een dure surfplank konden kopen. Hij had erop gegokt dat hij het weer van zijn moeder los kon peuteren. Ze waren niet gezwicht. Klaas was boos het huis uitgelopen en had de laatste bus naar de stad genomen. Hij had zelfs zijn bord niet leeggegeten. Ze hadden tot gisteravond niets meer van hem gehoord.
Mama zuchtte weer. Zo hadden ze die jongen toch niet opgevoed? Ze hadden hem geleerd zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen, hem ook geleerd dat hij voorzichtig moest zijn met het uitgeven van hun geld, want dat was het tenslotte. Verder was het best een aardige jongen. Hij studeerde goed, had veel vrienden, rookte niet en was niet aan de drugs, voor zover zij wisten. Een keurige jongen eigenlijk.
Gisteravond was het gebeurd. Opeens stond hij daar weer en begon hen zonder inleiding uit te schelden. Ze zat net met haar man op het bankje achter het huis van de zon te genieten, toen hij de tuindeur had opengegooid. “Jullie zijn slechte ouders. Het is jullie schuld!” had hij geroepen. Hij had één blauw oog en schrammen op zijn gezicht.
“Jullie hadden mij moeten waarschuwen. Was het nou zoveel moeite om een beetje toezicht te houden? Daar waren jullie te lui voor zeker? Mij wel iedere maand geld geven, maar het was teveel moeite om soms eens even te kijken of het wel goed ging. Nou zit ik dus diep in de shit. Dat is jullie schuld!” Mama begon te huilen. Ze had wel eens geprobeerd er met hem over te praten, hoe hij met zijn geld moest omgaan, maar hij wilde dat nooit. Misschien had hij wel gelijk en was het hun schuld. Ze hadden meer toezicht moeten houden.